Les 8 | God maakt het in orde
In de vorige les heb je meer geleerd over zonde en wat de gevolgen daarvan zijn. Je hebt geleerd dat Adam en Eva kozen tegen God. Dat leidde tot een breuk in de relatie tussen hen en God. Hun keuze leidde tot ellende, tot straf, zelfs tot de dood. Je hebt geleerd dat dat niet alleen geldt voor Adam en Eva, maar ook voor ons. Ook wij voldoen niet aan Gods maatstaf. Misschien vond je dat moeilijk, verdrietig of frustrerend. Maar gelukkig eindigde het met de opmerking dat God zó veel van ons houdt, dat Hij er alles voor over heeft gehad om de verbroken relatie met ons te herstellen. In deze les hoor je hoe Hij dat precies heeft gedaan.
Klik hier om de hele les te beluisteren!
Kunnen wij het goedmaken?
Zoals je in de vorige les hebt geleerd, is er al bij Adam en Eva een kloof ontstaan tussen God en mensen. En die kloof werd steeds groter, doordat mensen steeds opnieuw tegen God kozen. Dit was niet hoe God het voor ogen had. Hij had immers mensen gemaakt om in een relatie met hen te leven – niet om hen op afstand te houden!
Nu vraag je je misschien af: hoe kunnen we die kloof dan overbruggen? Wat moeten we daarvoor doen? Hoe komen we weer bij God, om te leven in een relatie met Hem? Hoe maken we het weer goed? Hoe ontlopen we de straf van de dood?
God reikt het antwoord aan in Ezechiël 18:21-23 voortaan een perfect leven leiden. Dan hoeft de prijs van de zonde – de dood – niet meer te worden betaald.
21 Wie goddeloos leeft, maar zich afkeert van de zonden die hij heeft begaan, zich houdt aan al mijn geboden, mij trouw is en het goede doet, zal zeker in leven blijven en niet sterven. 22 De misdaden die hij heeft begaan zullen hem niet worden aangerekend; door zijn rechtvaardige daden zal hij in leven blijven. 23 Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de HEER. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft.
Maar ja, kunnen wij dat? Wie kan voldoen aan de standaard die God stelt? Wie is in staat om perfect te leven? Daarin zullen we nooit slagen. De zonde zit in onze aard, zit als het ware in ons DNA. Zelfs Moeder Teresa was uiteindelijk ook maar een zondig mens die tekortschoot. We moeten beseffen dat we nooit goed genoeg zullen zijn om aan Gods maatstaf te voldoen.
Zonde is dus niet alleen de oorzaak van de kloof, maar verhindert ook dat die weer overbrugd wordt. En dus blijft de kloof bestaan en moet nog steeds de prijs van de zonde worden betaald.
Verzoening
God wist ook wel dat het de mens nooit zelf zou lukken. Daarom reikte God de mens een andere manier aan om zich met Hem te verzoenen: door middel van een offer.
Dat werkte als volgt. Men mocht een dier slachten en het aan God offeren. De dood van dat dier gold dan als een plaatsvervangende straf. Het dier droeg als het ware de straf voor de zonde van degene die het offer bracht. Door het bloed van een onschuldig dier was die schuld afbetaald. Na zo’n offer was men weer (voor even) verzoend met God. Hierover lees je bijvoorbeeld in Leviticus 1:1-4
De Heer riep Mozes en zei tegen hem vanuit de heilige tent: ‘Zeg tegen de Israëlieten: ‘Als iemand een dier wil offeren aan de Heer, moet dat een rund, een schaap of een geit zijn. Het dier moet helemaal verbrand worden. Als iemand een rund wil offeren, moet het een stier zijn. De stier moet gezond zijn en mag geen gebreken hebben. Degene die het offer brengt, moet de stier naar de ingang van de heilige tent brengen. En hij moet daar zijn hand op de kop van de stier leggen. Dan zal de Heer het offer aannemen. Zo kan iemand goedmaken wat hij verkeerd gedaan heeft.
Misschien denk je nu: waarom een dier, dat dier kon er toch niets aan doen? Maar dat was nu juist het punt. Alleen doordat het dier onschuldig was, kon het de straf overnemen. Want wie schuldig is, verdient zelf straf – en kan dus niet óók nog de straf van een ander overnemen.
Het Hebreeuwse woord voor ‘verzoenen’ betekent ook wel ‘bedekken’. Je zou het zo kunnen zien: het bloed van het geofferde dier bedekte als het ware de zonde van degene die het dier had geofferd. Doordat die zonde dan bedekt was, was de relatie met God weer hersteld – tot die persoon opnieuw zondigde.
In feite was dit dus maar een beperkte oplossing. De zonden waren immers niet écht weggenomen. Mensen bleven zondigen. Het ware probleem was nog niet weg…
Je zou deze dierenoffers kunnen zien als een voorlopige oplossing. God had namelijk al een definitief plan klaarliggen, dat het probleem voor eens en altijd zou oplossen. De dierenoffers waren door God bedoeld om daarop vooruit te wijzen.
Gods grote plan
Wat was dan dat grote plan van God? Wel, ook dat heeft te maken met het principe dat straf alleen kan worden betaald door iemand die zelf geen straf verdient. Met andere woorden: de prijs voor de zonde kan alleen worden afbetaald door een onschuldig iemand, die zonder zonde is.
Maar hoe is dat mogelijk? Er is toch geen mens zonder zonde? Dat klopt, maar er is één uitzondering: Jezus Christus. Met Hem heb je kennisgemaakt in Les 4. Jezus, zoon van God, kwam naar de wereld als mens. En als mens was Hij de enige die perfect leefde, zonder ook maar de kleinste zonde. Hij maakte geen enkele keuze die tegen God in ging.
Jezus was de enige die als volkomen onschuldig mens géén straf verdiende. Hij was dus ook de enige die de straf voor de zonde zou kunnen overnemen. Met Jezus’ dood zou onze zonde in één klap volledig afbetaald zijn.
Misschien denk je nu dat dat wat ver gaat. Was het wel eerlijk dat juist Jezus zou sterven, terwijl Hij als enige geen straf had verdiend? Was dat wel Gods bedoeling?
Het antwoord daarop is JA! Sterker nog, dat was de reden dat Jezus naar deze wereld was gekomen. Hij kwam letterlijk om zich op te offeren voor ons. Dat was al duidelijk voordat Jezus geboren was.
God red
Toen Maria zwanger was van Jezus, kreeg haar man bezoek van een engel. Die vertelde wat voor naam het kind moest krijgen: Jezus. Dat is niet zomaar een naam, want die naam betekent ‘God redt’. Maar hoezo dan, God redt? Dat maakte de engel ook meteen duidelijk: door Jezus zou de mens namelijk worden bevrijd van zonde. Je kunt dit nalezen in Matteüs 1:18-21:
Dit is het verhaal over de geboorte van Jezus Christus. Maria zou trouwen met Jozef, dat was afgesproken. Maar nog voordat ze getrouwd waren, werd Maria zwanger, door de heilige Geest. Jozef was een goed mens. Hij dacht: Ik kan niet met Maria trouwen, want ze is zwanger van een ander. Ik moet haar wegsturen. Maar dat zal ik in het geheim doen, anders zullen de mensen haar behandelen als een slechte vrouw. Toen kreeg Jozef een droom. In die droom zag hij een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, nakomeling van David, luister! Je kunt rustig met Maria trouwen. Want het kind dat zij verwacht, is van de heilige Geest. Maria zal een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zijn volk redden, hij zorgt ervoor dat al hun zonden vergeven worden.’
Eerder heb je al geleerd dat God liefde is, maar ook rechtvaardig. En dus kon Hij de zonde niet door de vingers kan zien. Hij kon een verdiende straf niet achterwege laten. Maar God kon het ook niet aanzien dat wij die straf zelf zouden dragen. Dan nog liever Zijn eigen zoon opofferen… Zo besloot Hij om in zekere zin zélf de prijs te betalen. Zó veel houdt God nu van ons! Dit lees je ook in Johannes 3:16 (misschien wel de aller-beroemdste tekst in de Bijbel).
16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.
Lees hier een vergelijking om dit te verduidelijken.
En zo werd Jezus opgeofferd, om ons te bevrijden van de zonde. Hij onderging volledig de straf die de mens had verdiend. Hij stierf, onschuldig, voor ónze zonden! Verzoenende dierenoffers zijn niet meer nodig: Jezus heeft al onze zonden voor eens en altijd ‘bedekt’ met Zijn bloed. Dat was Gods grote plan. En daarmee is Jezus’ dood de belangrijkste gebeurtenis in de wereldgeschiedenis. Vandaar dat die dag Goede Vrijdag wordt genoemd.
Het ultieme offer
Om goed te beseffen hoe groot het offer van Jezus precies was, is het goed om meer te weten over Zijn dood en wat daaraan voorafging.
Jezus werd ter dood gebracht toen Hij 33 jaar oud was. Hij had toen zo’n 3 jaar in het openbaar opgetreden. De religieuze leiders wilden Hem dood zien en bedachten een plan om Hem te laten arresteren. Daarbij was een negatieve hoofdrol weggelegd voor Judas, een van Jezus’ leerlingen. Door Judas’ verraad kon Jezus gevangen worden genomen. En Jezus liet het toe, want Hij wist dat het zo moest gebeuren. En de rest van Zijn vrienden? Zij lieten Jezus in de steek, allemaal.
Vanaf het moment van Zijn arrestatie werd Jezus op allerlei manieren vernederd: Hij werd bespot, bespuugd, gehoond en geslagen. Hij kreeg geen eerlijk proces. Pilatus, de man die de rechtszaak leidde, vond Jezus onschuldig – maar hij liet Jezus niet vrij, omdat hij bang was voor een oproer. Om de opgehitste menigte tevreden te stellen, liet hij Jezus geselen. Dat kon op zichzelf al dodelijk zijn: de Romeinse gesels waren namelijk zo ontworpen dat ze stukken vlees uit iemands lichaam konden scheuren.
Toen de menigte na de bloederige geseling nog niet tevreden was, besloot Pilatus om Jezus te veroordelen tot de kruisdood. Een gruwelijke executiemethode. Jezus werd letterlijk vastgetimmerd aan een groot houten kruis, met lange spijkers door zijn handen en voeten. Klik hier om hier meer over te lezen.
Door de voorafgaande geseling was Jezus al zo verzwakt dat het niet lang meer duurde voor Hij het leven liet. Al met al moet het een vreselijke lijdensweg zijn geweest. Klik hier om daar meer over te lezen. Het moge duidelijk zijn: Jezus heeft een bijzonder zware prijs betaald… Jezus was onschuldig, maar heeft al die tijd niet geprotesteerd, niet tegengewerkt. Hij wist immers dat Hij opgeofferd moest worden. Dus liet Hij zich als een lam naar de slachtbank leiden. Dit is niet zómaar een offer geweest. Wat Jezus daar droeg, was de straf voor ónze zonden. Het ultieme offer.
Einde verhaal?
Na Zijn dood werd Jezus door vrienden begraven in een soort rotsgraf, met een enorme steen voor de ingang. Nu zou je denken dat dat het einde van het verhaal is. Jezus dood, de prijs voor de zonde betaald… Over en sluiten. Missie volbracht. Toch?
Maar Gods plan was nog niet klaar. Op de derde dag na Jezus’ dood gingen enkele vrouwen naar Zijn graf. Omdat de religieuze leiders bang waren voor ongeregeldheden, waren er Romeinse bewakers geposteerd. Ook hadden zij het graf laten verzegelen. Maar toen de vrouwen daar aankwamen, waren de steen en de bewakers weg. En het graf was leeg! Jezus was er niet meer! Je kunt je voorstellen dat er verwarring ontstond, misschien wel paniek…
Jezus was echter niet ‘weg’ – Hij was opgestaan uit de dood! Hij verscheen eerst aan de vrouwen die Zijn graf kwamen opzoeken, daarna verschillende keren aan Zijn leerlingen en later aan nog veel meer mensen. De Bijbel maakt duidelijk dat in totaal meer dan 500 mensen Jezus hebben gezien na Zijn dood. En wat ze zagen, was geen ‘geestverschijning’: Jezus was daar lichamelijk. Ze konden Hem gewoon aanraken. Jezus sprak met hen en at met hen. Hij was er echt! Hij had de dood overwonnen. Dit herdenken we tegenwoordig met Pasen.
Je kunt alle gebeurtenissen rondom Jezus’ dood en opstanding nalezen in de Bijbelboeken Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes (steeds in de laatste drie hoofdstukken).
Wat betekent dat voor ons?
Door Jezus’ ultieme offer is de kloof tussen ons en God overbrugd. Jezus is de verbindingsweg. Door Jezus kunnen we weer dicht bij God komen en een relatie met Hem hebben.
Door het offer van Jezus zijn onze zonden vergeven. Vergeven, en zelfs vergeten zegt God zelf in Jesaja 43:25
25 Ik, ík ben het, die omwille van zichzelf je misdaden tenietdoet en je zonden vergeet.
Onze zonden zijn zo ver van ons verwijderd als maar kan, zie Psalm 103:12
12 Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd.
En ze zijn niet ‘voor even’ weg, maar voorgoed. Voortaan komen die voor de rekening van Jezus.
De kamer
Ik droomde eens over een kamer vol archiefkasten. Die kasten bevatten alle informatie over mijn leven. En één van die archiefkasten bevatte kaartjes met daarop elke zonde die ik ooit had begaan. Al het slechte wat ik ooit had gedaan, gezegd of zelfs maar gedacht. Elke foute keuze, grote en kleine leugens, alles waar ik me voor schaamde. Van de grootste misser tot het kleinste detail. Alle kwetsende dingen die ik ooit in boosheid had gezegd. Vreselijk! Niemand mocht ooit van deze kamer weten.
Opeens kwam Jezus binnen. Hij liep recht op die ene kast af. Nee! Hij begon de kaartjes te lezen… Zou Hij boos worden, of verdrietig? Maar nee. Liefdevol nam Hij één voor één de kaartjes. Op ieder kaartje streepte Hij mijn naam door, en schreef Zijn naam ervoor in de plaats. Voortaan zouden de zonden op deze kaartjes niet meer bij mij horen. Ze kwamen op naam van Jezus, stuk voor stuk. Hij nam ze allemaal voor Zijn rekening.
Toen Jezus de kamer uitliep, zag ik dat er ook nog blanco kaartjes in de kast lagen. Voor als er nieuwe zonden bij zouden komen. Dat zal vast nog weleens gebeuren. Maar ik weet: ook op die kaartjes zal Jezus Zijn naam schrijven.
(Gebaseerd op een Engels verhaal door Joshua Harris).
Wij kunnen dus niet meer worden ‘aangeklaagd’ om iets wat we verkeerd hebben gedaan. Wat het ook was, de straf is al betaald door Jezus. Zie Romeinen 5:8-9.
8 Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. 9 Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij hem zullen worden gered en niet veroordeeld.
Maar wat had Jezus’ opstanding dan te betekenen? Was Zijn dood dan niet voldoende? Welnu, zo liet Jezus op een fantastische manier zien dat de dood overwonnen was – niet alleen voor Hem zelf, maar ook voor ons! Door Zijn offer is ook de straf van de dood niet langer nodig! Het is weer mogelijk om te leven in een relatie met God – niet alleen voor nu, maar voor altijd! Een eeuwig leven met God, zoals het ooit was bedoeld: een leven zonder slechte dingen, zonder tranen en zonder pijn, nooit meer van God verlaten zijn… Is dat niet prachtig? Er is weer hoop, eindeloze hoop – niet langer een hopeloos einde!
Gratis en voor niets?
Misschien denk je nu dat het allemaal te mooi is om waar te zijn. Zit er geen addertje onder het gras? Moeten we dit niet toch zelf verdienen, op een of andere manier? Nee, dat hoeft echt niet!
Het offer van Jezus is een cadeau. En dat cadeau is voor iedereen die het wil hebben. Er is niemand die ‘niet goed genoeg’ is. We hoeven niet bang te zijn dat we te erg of te vaak hebben gezondigd. Wat we ook hebben gedaan: door het offer van Jezus worden onze zonden wit gewassen als sneeuw Jesaja 1:18
18 De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
Alles wat we bij Jezus brengen, is echt eens en voor altijd weg. Dit lied drukt daar iets van uit.
Dit geschenk van Jezus hoeven we alleen maar aan te nemen. Er zijn geen eisen of voorwaarden waaraan we eerst moeten voldoen. God vraagt geen enkele tegenprestatie van ons. Geen enkele. Er zijn dus ook geen dingen die we eerst moeten doen om het te ‘verdienen’, bijvoorbeeld eerst de Bijbel helemaal lezen of met een slechte gewoonte stoppen. We mogen het cadeau aannemen zoals we zijn!
(Hierin verschilt het christendom overigens van andere godsdiensten, waarin mensen zich aan allerlei religieuze regels moeten houden om hun verlossing als het ware zelf te verdienen.)
En nu?
Er is nog steeds zonde in de wereld en dat zal ook zo blijven. We kunnen immers nog steeds geen perfect leven leiden. Maar het verschil is dat de zonde niet langer het laatste woord heeft. Ondanks onze zonde mogen we nu een open relatie hebben met God.
Misschien is het moeilijk om je daar iets bij voor te stellen. Het betekent dat we met Hem mogen praten en naar Hem mogen luisteren. Hij wil ons helpen bij ieder onderdeel van ons leven. Hij wil ons alles geven wat we nodig hebben: rust, kracht, leiding en nog veel meer. Hoe Hij dat precies wil doen, hoor je in de volgende les.
Alle lessen op een rij:
Les 1 | Kennismaking
Les 2 | God
Les 3 | De Bijbel
Les 4 | Jezus
Les 5 | Boeiende vragen avond
Les 6 | God wil een relatie
Les 7 | Verbroken relatie
Les 8 | God maakt het in orde
Les 9 | De Heilige Geest
Les 10 | Ja, maar…
Les 11 | Wat heb ik eraan?
Weekend | Durf te kiezen
Les 12 | Hoe nu verder